Rond 1845 liet burgemeester Jan van Embden ten noorden van de spoorlijn bij Oosterbeek een jachthuis c.q. landhuis genaamd Waldfrieden bouwen.…
Rond 1845 liet burgemeester Jan van Embden ten noorden van de spoorlijn bij Oosterbeek een jachthuis c.q. landhuis genaamd Waldfrieden bouwen. Het bos- en heidegebied functioneerden als jachtgebied. De erfgenamen verkochten het 873 hectare grote landgoed met zomerverblijv Waldfrieden, uitspanning Heyendaal, voormalige renbaan, drie boerderijen met bouw- en weiland, boomgaarden etc. De koper is de Amsterdamse projectontwikkelaar Cornelis Hellingman (1837-1907). Plannen van Hellingman om hier een Amerikaanse tuinstad te bouwen vonden geen doorgang. Er was toen reeds een steenfabriek gebouwd, en een waterleiding een spoorlijn aangelegd. In 1908 wordt het landgoed verkocht aan grootindustrieel Geert van Mesdag voor een bedrag van 400.000 gulden. Van Mesdag liet het landhuis verbouwen en noemde het Johannahoeve, naar zijn dochter Johanna Henriette. Tevens werd een modelboerderij gebouwd en heidegronden ontgonnen door de Koninklijke Nederlandsche Heidemaatschappij. In 1943 werd Johannahoeve verkocht. Het voornaamste deel - met landhuis, koetshuis, diverse boerderijen en 130 hectare grond - kwam in 1943 in bezit van de missiecongregatie Mill Hill (zie Vrijland). Tijdens de Slag om Arnhem werden deze panden sterk beschadigd. In 2009 is een nieuwe abdij gesticht. De villa (nummer 79), koetshuis, waterpomp en graanschuur zijn bewaard gebleven. Delen van het voormalige landgoed zijn in eigendom van onder meer NOC*NSF (Papendal), gemeente Arnhem en Natuurmonumenten.