Het Gelders Spijker was gebouwd als graanopslag (spieker) in 1617 door Adolf van Gelre ter plekke van de zogenaamde Boekhorstermolen. Het lag aan de Molenbeek waar een vijver onderdeel vormde van de loop. In 1803 werd het Gelders Spijker aangekocht door de jurist mr. Jacob Cambier en zijn vrouw Adriana Post, die het geheel vergrootten tot een landgoed van 11 hectare. Behalve het landhuis, bestond het Gelders Spijker uit een tuinmanswoning met stalling, een moestuin met zogenaamde trekkasten voor het zaaigoed, een Engelse tuin met hoge bomen, vijvers met cascades en een tuinhuisje. Om de tuin heen lag 8 hectare weiland. In 1831 werd predikant J.H. Oosterdijk eigenaar. Bij de aanleg van het Spijkerkwartier werd het Gelders Spijker aanvankelijk gespaard, doch in 1879 werd het landhuis afgebroken nadat plannen voor een dierentuin ter plekke op niets waren uitgelopen. De oprijlaan werd als Spijkerlaan en Kastanjelaan in het nieuwe stratenplan opgenomen.