Klarenbeek bestond begin vijftiende eeuw nog uit twee afzonderlijke landgoederen: Monnikhuizerbeek en klooster Monnikhuizen, die respectievelijk in 1615 en 1635 in bezit kwamen van Rutger Huygens. Hij bracht ze samen onder de naam Claerenbeeck en vergrootte zijn bezittingen verder met aangrenzende percelen op en nabij de Musschenberg. Na Huygens kwam Klarenbeek in handen van diverse particuliere eigenaren, tot het in 1807 gekocht werd door Jan baron van Pallandt van Walfort. Hij kocht tevens Rennenenk, Bekenkamp en Angerenstein en een groot stuk heide ter ontginning. Na het overlijden van Van Pallandt viel Groot-Klarenbeek in 1844 uiteen. In 1885 werd Klarenbeek publiekelijk geveild. Het landhuis met omgeving werd gekocht door de familie Lüps van Biljoen. Circa 100 hectare werd gekocht door de gemeente Arnhem ten behoeve van stadsontwikkeling. Het landhuis Klarenbeek werd in de Tweede Wereldoorlog door een raketaanval verwoest. Het resterende deel van landgoed Klarenbeek is thans een openbaar park.