De Hemelse Berg vindt zijn oorsprong in het grote goed Ter Aa. In 1728 werd het als `heggeholt’ genoemd en werd het gesplitst van Ter Aa. Om…
De Hemelse Berg vindt zijn oorsprong in het grote goed Ter Aa. In 1728 werd het als `heggeholt’ genoemd en werd het gesplitst van Ter Aa. Omstreeks 1735 is het door Abraham van der Hoop uitgebreid en omgevormd tot buitenplaats met herenhuis, tuinen, bossen, vijvers en een koren- en papiermolen. In 1807 werd de Arnhemse burgemeester mr. D. Gaymans eigenaar. Hij brak het achttiende-eeuwse huis af en verving het door een nieuw landhuis. Gaymans verkocht het in 1821 aan Haagse rentenier mr. J.A. Kallenberg van den Bosch. In 1830-1841 was het eigendom van C.P.E. Robidé van der Aa, die landschapsarchitect J.D. Zocher jr. inhuurde. In 1848 werd het landgoed eigendom van Jan Kneppelhout, die in 1858 een nieuw landhuis liet bouwen (ontwerp: L.H. Eberson) en tussen 1872 en 1876 het park liet herontwerpen (ontwerp: H. Copijn). Gedurende de Tweede Wereldoorlog is het landhuis zwaar beschadigd en later werd het gesloopt. Een deel van het terrein is in 1952 verkocht ten behoeve van een verpleeg- en kraaminrichting. De oranjerie uit 1860, de tuinmanswoning en het voormalige koetsiershuis zijn bewaard gebleven. Op delen van het landgoed werden in de negentiende eeuw nieuwe kleine buitenplaatsen gecreëerd, zoals Pietersberg en Transvalia.